Aaltine Hoekstra

10 Posts Back Home

Ode aan de sokkenkraamman

Heel graag zou ik ook zo iemand willen zijn die ‘s zaterdags elke ochtend (vroeg) op de markt te vinden is, en daar voor schappelijke prijzen allerlei lekkere dingen koopt. En dat elke week, en dan hetzelfde rondje, zodat je bij elke kraam ook elke week een praatje maakt met dezelfde mensen. Ik ken minstens één zo’n iemand. Vanochtend bij de loempiakraam werd ik zelfs voor diegene aangezien. Dus ik: ‘Nee, degene komt zo nog wel.’

Als ik op de markt te vinden ben, dan is het om loempia’s van Tran te kopen (normaal doet Geert dat altijd). Maar vanochtend liep ik lekker op schema, en ik had zelfs nog tijd om sokken en panty’s te kopen.

Nog nooit heb ik iemand zo gepassioneerd over sokken horen vertellen dan deze sokkenkraamman. Voor mij is een sok een sok, die eventueel een mooie kleur heeft, maar voor deze sokkenkraamhouder was het beslist hogere wiskunde. Ik kreeg uitleg over verschillende garen, boordjes, merken, kleuren, en nog iets over de onderkant waardoor je sok goed blijft zitten.

Ik ben nu dus trotse eigenaar van een zwart bikersokje, van katoen (dat is steviger, als je het vergelijkt met bamboe, jaja) met een boordje aan de bovenkant. Mijn zaterdag kan niet meer stuk.

Schoenmaker, blijf bij je leest.

Als we nu eens afspreken dat iedereen die al z’n hele leven in het tralala westen woont, niet via social media allerlei berichten gaat delen over zeer ingewikkelde genuanceerde complexe conflicten die zich waar ter wereld dan ook afspelen? Hou het gewoon bij je fancy keto-ontbijtjes, je kinderen, of je mooie interieur.

Dus eerst gruwelijke beelden delen over wat er mannen, vrouwen, kinderen wordt aangedaan, en dan in de volgende story een perfect gestyled plaatje waarin je ‘zo dankbaar bent dat jij gewoon je kinderen naar bed kunt brengen.’

Oprecht oprecht vraag ik me af wat zo’n iemand wil bereiken, wil delen?

Poepbericht

Zondag in de namiddag liep ik met onze hond over een redelijk onguur stukje industrieterrein. Het is een handige route, want het maakt dat ik een mooi rondje van 2 kilometer loop, en de hond kan er redelijk anoniem kakken in de berm. Het is ook een stukje waar ik niet gauw ‘s avonds in de donkerte alleen zou lopen.

Dus zondagmiddag, het was nog licht, liep ik opgewekt te lopen, en ik hoorde plots een gesmoord gilletje. Nu loop ik altijd wel enigszins nieuwsgierig om me heen te kijken, benieuwd wie of wat je ziet, maar nu was ik meer in gedachten verzonken.

Dat gilletje deed me opschrikken uit m’n eigen gedachten, en in flits zag ik dus een vrouw, gehurkt in een hoekje op het gras tegen de bosjes aan, met een sigaret in de hand, en verder grote vlakken wit vlees. Zij zat daar dus te poepen, en schrok waarschijnlijk van mij toen ik langsliep.

Poepen op zondag, wie doet dat nou?

Maar serieuzer, geen mens poept voor z’n lol in de bosjes denk ik. Als je daar met een vrachtwagen staat op zondag, dan zouden er toch voorzieningen voor je moeten zijn? Of als je met teveel mensen opgepropt in een huis zit, en je je toevlucht moet zoeken naar een stukje gras, dan lijkt me dat niet menswaardig?

Ik durfde deze vragen niet te stellen, en liep gauw door.

Meten is weten

Ik meet, tel, log, registreer en schrijf wat af tegenwoordig. Alsof je hele leven niet meer is dan een optelsom van alles wat apps om je heen registeren. Bestaat het nog als je het niet meet?

Voorleven

Over je woorden zorgvuldig kiezen als het gaat om je kinderen, schreef ik al eens. Maar volgens mij gaat het ook meer om hoe je bent, hoe je doet, hoe je kijkt, hoe je reageert, hoe je beweegt.

Vooral bij Rine ervaar ik heel goed hoe ze op me let en me in de gaten houdt, en hoe ze me nadoet. Soms is dat grappig en schattig en aandoenlijk. Maar ik ben ook een gebrekkig persoon en dan denk ik, och arm kind, dat ik nou krek jouw voorbeeld ben.

Ik zie het hoe Rine na het douchen op dezelfde manier als ik haar hoofd naar voren gooit en haar haartjes in een handdoek wikkelt, hoe ze dezelfde crèmepjes wil opsmeren. ‘Waarom gebruik je make-up, mama?’ ‘Ik wil ook mijn haren krullen.’ ‘Waarom kijk je zo boos, mama?’ ‘Ik wil op jou lijken, mama.’

Wat laat je zien, en wat geef je mee, is iets wat in het normale dagelijkse leven in een flits of zucht gebeurt. Het is zowel beklemmend als bevrijdend.

Zoveel woorden

Pas vroeg ik me af waarom iets niet werd gedaan wat ik wel gevraagd had. Toen ik mijn mailtje teruglas kwam ik erachter dat ik zo ongelooflijk veel woorden had gebruikt, maar niet concreet iets gevraagd had (terwijl ik toen waarschijnlijk wel dacht dat ik dat deed).

Wat een woorden kan ik neerleggen zonder echt concreet te zijn.

Zo ook met dit schrijven, allemaal woorden, zinnen letters, maar wat zeg ik nou eigenlijk?

Wat?

Ik wil de beelden van de foto’s en filmpjes over wat er gebeurt in Israël niet zien. Geen zinnig woord over te denken, geen zinnig woord over te zeggen. Een vlag uithangen, naar een dienst gaan, je steun betuigen, bidden tot (een) God? Wat kun je in vredesnaam doen tegen buitensporig geweld?

Groen kopen, kan dat?

Blousje van lyocell, wat een mooie poederige glans geeft (kreukelt wel heel erg).

Gister kwam ik niet lekker tot een punt vond ik, omdat ik nogal veel woorden over kleding kan droppen, en zelf nog altijd op zoek ben naar hoe je verantwoord kleding kan kopen.

Maar daar zit denk ik ook precies de discrepantie: wil je het goed doen, dan moet je mínder kopen. En ben ik misschien naarstig op zoek naar manieren om wel te blijven kopen, maar dan ‘groen’. (Daar zal gerust ook een fancy term voor zijn.)

Maar goed dat helpt m’n allerliefste vriendin niet, die zaterdag lekker gaat shoppen. Dus, als je shopt, kijk vooral in de labels, naar de samenstelling van de stoffen. Als het om wol (wat voor soort dan ook) en viscose, lyocell, cupro, katoen, modal en zijde gaat, dan is het z’n geld eerder waard dan wanneer het om 100% polyester gaat.

Stoffig

Een van m’n laatste aanwinsten: een bomberjack, met schoudervullingen, van wol (van de Zara)

De kledingindustrie is van de meest vervuilende industrie. Op welke plek het staat, weet ik niet precies, maar wel dat het hoog scoort op de lijstjes. Sommigen beweren zelfs de op één na meest vervuilende industrie.

Alle duurzame merken en initiatieven ten spijt, het beste zou gewoon zijn om mínder te kopen. In ieder geval, minder nieuw te kopen.

Maar dat is knap lastig. Vooral als alles om je heen ook ingericht is om je steeds maar te verleiden om iets nieuws te kopen. En o, wat zwicht ik snel.

Áls je dan toch iets (nieuws) koopt, dan kun je het beste letten op de kwaliteit van de stof, en de pasvorm.

De pasvorm is belangrijk omdat dat jouw lichaam dient. En als het je lichaamsvorm dient, dan staat het je goed, en blijf je het aantrekken. Daarvoor is het ook belangrijk om je lichaam te kennen en ervan te houden.

Als je voor de betere kwaliteit stof gaat, blijven je kledingstukken langer goed en mooi, waardoor je er ook langer ook langer mee doet. (Goh, wat een wijsheid).

1. Ga voor wol! Merinowol is zacht, en warm en kriebelt niet. Als je jezelf iets cadeau wil doen, kies dan voor kasjmier. Luxueus, ultrazacht, lichtgewicht en warm. De kwaliteit zal je nooit vervelen.

2. Voor overige stoffen, probeer polyester te vermijden. Polyester is een synthetische stof, dus het produceren is niet milieuvriendelijk. Een iets betere optie zouden stoffen van halfsynthetische vezels zijn, zoals viscose, lyocell, modal of cupro. Deze stoffen ogen ook heel mooi.

Wordt vervolgd!

Navigate