Wat kan ik nou eigenlijk? Dat vraag ik me weleens af. Tuurlijk ik kan heus wel dingen opnoemen die ik kan, maar ik heb het over vaardigheden, of kennis, waar je iets aan hebt als het gaat om overleven. Stel, je belandt op een onbewoond eiland met mij, ok, dan kan ik aangeven of je ‘red mij’ of ‘redt mij’ in het zand moet schrijven, voor het geval er toevallig een helikopter voorbijvliegt.
Zou je met mij in een rampsituatie belanden, dan zitten je geliefden sneller dan je zou denken aan de natte cake bij de DEL. (Deze grap was te goed om niet te gebruiken, Simon!)
Toen ik afgelopen week voor het eerst zeilde, en ik redelijk overstag kon gaan, en begon te begrijpen wat aan de wind, voor de wind, halve wind, en ruime wind betekende, om maar eens wat termen te noemen, voelde ik me competent.
In dat kader besloot ik ook zelf onze muren te gaan verven. Tape, verf, kwasten, tijd, dat zou moeten lukken toch. Ik had een uitgekiende planning, een duidelijke briefing van mijn zwager gekregen, en ik verheugde me al helemaal op dat competente gevoel dat ik zou ervaren. Yes, ik kan iets! Ik zou vanaf nu aan elke avond naar onze muren staren, en denken, dat heb ik toch maar mooi gedaan. Wat een heerlijk gevoel zou dat zijn.
Dat gevoel bleef uit. Wat een pokkewerk.