Geur en smaak

Met de boekenclub lezen we Het parfum van Patrick Süskind. Het gaat over een verstoten figuur met een bovennatuurlijke ontwikkelde reukzin.

Toen ik op dit boek stuitte, werd ik getriggerd door het verhaal over iemand die buitengewoon goed kan ruiken. Overigens ook weer een mooi nieuw woord geleerd: olfactorisch. Olfactorisch. Olfactorisch. Betrekking hebbend op de geur.

Dit thema bracht me terug naar coronatijd, toen ik thuiszat met corona. Aangezien niemand echt interesse heeft in coronaverhalen, vind ik het mooi om vanaf deze plek mijn verhaal te delen over hoe tijdens corona mijn leven haar glans verloor, omdat ik geen geur en smaak meer had.

Ik was verder niet echt ziek, beetje snotterig en wat hoofdpijn, maar daardoor kon ik me volledig focussen op de klachten die ik wel had: ik rook niets meer, en ik proefde niets meer.

Koffiedrinken bekoorde me niet meer, en ik realiseerde me hoezeer ik kan genieten van een kopje koffie, 6x per dag.

Van eten klaarmaken en opeten was de lol eraf, want ik werd niet in de stemming gebracht door de geuren, en in m’n mond was het gewoon een smakeloze drab.

Toen ik m’n jongste verschoonde, zaten m’n handen onder de poep, want kennelijk werkt geur ook als een natuurlijk waarschuwingssignaal. En dat was ik nu helemaal kwijt.

Geen geur, en geen smaak. Geen idee had ik dat het normaal gesproken zoveel moois aan het leven toevoegt.

In Het parfum is het niet zozeer het visuele of auditieve dat mensen betovert of onderbewust stuurt, maar het olfactorische; en ik kan daar wel in meegaan.

Leave A Reply

Navigate