Zal ik dit jaar zangles nemen? Of een instrument leren spelen? Ik wil minder op een dag doen. Wat zullen we dit jaar anders doen? Een fitter en gezonder leven leiden? Samen dansles nemen? Ik wil meer rust in mijn dag. Of zal ik een studie oppakken? Ik heb een interessante master gezien. Als voorzitter van scab wil ik nog scherper zijn. Ik wil mijn dagen minder volproppen, en niet van het één naar het ander vliegen. Ik wil mijn opa en opoe vaker bezoeken; nu kan het nog. We moeten misschien vaker meedoen aan activiteiten van de kerk, ons steentje bijdragen.
Ik wil meer lege tijd hebben. Ik ga meer stappen zetten.
Kijk, ik wil niet zo’n mens worden dat na twintig jaar wéér op de proppen komt met haar bevallingsverhaal, jaar na jaar.
Maar ach, aan het eind van het jaar word je nostalgisch, en daarbij: dit is mijn hoekje, mijn kamertje van het internet. En Rine is vandaag 5 jaar geworden.
Ik was van Rine eerste kerstdag uitgerekend, maar liep overtijd. ‘s Avond liep ik als een onrustig dier door het huis, hopende dat ik de bevalling op gang kon helpen door beweging. Wanneer ik ‘‘s avonds in slaap viel, en de volgende ochtend wakker werd, baalde ik als een stekker. Nog steeds geen bevalling, en weer een dag die ik door moest zien te komen.
De jaarwisseling naderde, en ik kon het niet aan om in het nieuwe jaar te bevallen. Ik wilde per se in het oude jaar bevallen. Kennelijk is m’n geest sterk (en de stripbeweging van de dokter zal ook wel meegeholpen hebben), want ‘‘s avonds kwamen de weeën, en om 21.45u was Rine geboren. Om die tijd begon ook het geluid van het vuurwerk aan te zwellen, Geert plopte de champagne open, m’n moeder en zussen waren er, en het was zo gezellig en feestelijk.
Totdat ik iets voelde ploppen (het was geen tweede fles champagne), en tegen Geert zei dat hij de dokter moest bellen. Die knipperde even een paar keer verbaasd met z’n ogen, maar belde gauw de dokter. Ik had een bloeding gekregen. De ambulance kwam, en terwijl er afgeteld werd tot 24.00u en het geknal luider en luider werd, ging ik op een brancard de voordeur uit, precies toen alle buren buiten stonden om de jaarwisseling te vieren.
Spetterend het jaar uit!
(Alles verliep naar omstandigheden goed, de bloeding werd vakkundig gestopt, er traden verder geen complicaties op, en de volgende dag mochten we weer naar huis.)
Vorig jaar, eind van het jaar, was ik ergens voor uitgenodigd, terwijl er die avond ook iets anders was waar ik graag bij wilde zijn.
Ik koos niet voor hetgeen waar ik zelf graag bij wilde zijn. Ik koos voor hetgeen waarbij ik dacht dat het sociaal wenselijk was dat ik erbij was.
Er was overigens niemand die deze verwachting bij me neerlegde. Mijn aanwezigheid bij het ene was ook om het even, of ik er wel of niet bij was, dat maakte weinig verschil uit.
Dus ik had kunnen kiezen voor wat ik zelf graag wilde, maar was teveel bezig met dat doen wat (ik dacht) van me verwacht werd.
Sinds de zomer heb ik geprobeerd een wat actiever leven te leiden. Zoals wel vaker, word ik geprikkeld door iets wat ik lees, en waarschijnlijk was het er ook de tijd voor. Ik las verschillende artikelen over ‘een stille pandemie die gaande was, en wel duizenden mensen per jaar het leven kostte.’ Nou daar wilde ik natuurlijk niet eentje van zijn. Het ging niet over een virus of ziekte, maar over inactief leven.
Dat zette me aan het denken, ook omdat ik al langer niet tevreden was over mezelf. Lekker in je vel zitten heeft denk ik weinig te maken met gewicht, maar meer met controle, met balans, met mate. En ik denk dat ik de balans een beetje kwijt was.
Realiseren hoeveel tijd ik eigenlijk wel niet zittend doorbracht was wel een inzicht dat een (duurzame) verandering heeft teweeg gebracht. Twee keer in de week sporten doe ik zo’n beetje m’n hele leven al, maar elke dag rond de achtduizend stappen zetten daar kwam ik bij lange na niet aan.
Hoeveel moeite het me eigenlijk kost om dit allemaal op te schrijven, dat vind ik zelf een veel interessantere vraag. Elke zin, alinea, heb ik al wel opnieuw getypt, omdat het allemaal zo, ja wat eigenlijk? Voor de hand ligt? Zo nikserig is? Zo oppervlakkig? En ik mag niet oppervlakkig zijn?
Ik ga denk ik maar even een wandeling maken om hier over na te denken.
Wat je nu veel om je heen ziet, zijn jaaroverzichten. In het Urkerland, de NOS, en op social media. Als eenvoudig mens met een voortkabbelend leven begon ik dan ook na te denken over het afgelopen jaar.
Drie thema’s kwamen naar boven: ‘ruimte innemen’ en ‘genade’ en – iets meer oppervlakkig van aard maar desalniettemin belangrijk genoeg om het te vermelden – ‘letterlijk beter in m’n vel zitten.’
De komende dagen ga ik deze thema’s uitwerken. (Dit zeg ik overigens vooral tegen mezelf, want eenmaal hardop gezegd, moet ik het ook doen.)
Ik zit momenteel in een schoonmaakmanie, en in die manie heb ik hernieuwd respect voor de mensheid gekregen.
Met het weghalen van bruine drab en kluwen haren uit de douchegootrail, dacht ik o wat is de mens goed (geworden) in het maskeren van zijn/haar viezigheid.
Met het schoonmaken van de wc en het wegpoetsen van menselijke uitwerpselen dacht ik ook wat is het eigenlijk paradoxaal dat we een schoon en mooi leven proberen te leiden, aan de buitenkant, maar dat wat van binnen komt, vooral viezigheid is. Denk aan snot, denk aan poep, denk aan de geuren en texturen als je overgeeft. Of zijn wij al wat uit het menselijk lichaam komt, gaan interpreteren als vies?
Hoe het ook zij, dat is denk ik de reden dat ik (eigenlijk) zo van schoonmaken houd: met je handen in de poepspetters en je tenen omwikkeld met natte haren, word je weer even herinnerd aan wie of wat je bent.
Ik ben nog van een generatie waar niet zo gretig met stempeltjes en diagnoses werd geplakt. Dyslectici, tos, dyscalculie, ass, pdd-nos, adhd, add.
Van de meeste afkortingen weet ik niet eens de volledige naam, alleen dat ik er in mijn werk geregeld mee in aanraking kwam en dat ik ongeveer weet wat het precies is en hoe je ermee om moet gaan. (Spoiler: zorg voor structuur, zorg voor een veilige leeromgeving en wees duidelijk). In een interessant artikel stuitte ik op de term ‘aangeleerde hulpeloosheid’ wanneer er (te) makkelijk en snel een label wordt geplakt, met de terechte kritiek dat het de vraag is of een kind er altijd mee geholpen is.
Ergens is het wel jammer dat ik het moet doen met zelfgediagnosticeerde stoornissen. Want heus, er is van alles mis met mij.
Maar als je een label of een stempel krijgt, dan moeten doorgaans anderen zich aan jou aanpassen, maar voor al mijn gebreken past niemand zich aan. Helaas.
Zo heb ik mezelf gediagnosticeerd met excelvrees. Dat werkt ten dele. Ik kan voor geen meter werken met dit programma, maar hoewel mijn diagnose serieus is, is de bereidheid om tabelletjes voor mij in elkaar te flansen gering.
Daarnaast ben ik nog op zoek naar een diagnose voor het feit dat ik heel vaak tijden van afspraken niet goed kan noteren. Of wel noteer, maar het vervolgens compleet vergeet.
Ter illustratie: Portfoliogesprekken van mijn kinderen: netjes in m’n agenda gezet, compleet vergeten. Afspraak bij de gemeente: kwartier te vroeg, terwijl het juiste tijdstip wel in m’n agenda stond. Daarna een afspraak op m’n werk: bleek de week daarop te zijn. Stond ook keurig in m’n agenda. Oudergesprekken op m’n werk: tijdstip verkeerd in m’n agenda gezet. Ik kan oneindig doorgaan met deze lijst.
Hier moet toch een label op te plakken zijn? Wie heeft er een diagnose voor mij, zodat ik niet meer met het gevoel hoef rond te lopen een sukkel te zijn!
De Dyson air wrap kon me niet bekoren, maar holy moly, de Dyson v15 (stofzuiger welteverstaan) is een Porsche onder de stofzuigers!
Stofzuigen is altijd al een kalmerende hobby van me geweest. Stofzuigen maakt me kalm, geeft controle, en er is niets lekkerders dan het rinkelende geluid van vuil door je stofzuiger horen gaan. Toen we een paar jaar geleden nog volop in de baby-, peuter-, kleuterfase zaten met onze kinderen, was mijn ultieme geluksmoment het moment waarop Geert ‘‘s avonds de kinderen mee naar boven nam voor de bb-regeling, en ik ongestoord 20 minuten kon stofzuigen.
Is het trouwens gestofzuigd of stof gezogen? Laat het weten in de comments! Onder mijn volgers met het juiste antwoord verloot ik een Dyson v15! 🤩 (grapje natuurlijk)
Maar terug naar stofzuigen. Ik stofzuig gemiddeld drie keer per dag, maar nu ben ik er dus achter gekomen dat ik me altijd in een schijnschoonheid heb gewaand. Ik dacht dat ik een schone, nette vloer had, totdat ik gister met de groenverlichte LEDlamp van de Dyson zag hoeveel stof en viezigheid er eigenlijk wel op onze vloer lag (terwijl ik een paar uur daarvoor nog gestofzuigd had).
Het kan zijn dat ik over een tijdje in de rehab moet.
Een wijs iemand schreef al eens ‘een boekenclub gaat niet om boeken, maar om de mensen die de boeken lezen.’
Omdat ik dat hartgrondig eens ben met de schrijver, heb ik me er toe laten verleiden om ‘De verworvenheden’ te lezen. Eén reden waarom ik ook wel zin had om dat boek te lezen is omdat de ondertitel is ‘of hoe je iemand wordt die ernaar verlangt op het eiland Hompelvoet te zijn’. Dat woord Hompelvoet resoneert zo lekker. Het blijft hangen, waardoor in ieder geval de fascinatie naar Hompelvoet geboren wordt.
Een tijdje terug las ik een artikel van Bas Heijne over hoe we juist meer lezers nodig hebben, in plaats van schrijvers. Ik denk dat hij gelijk heeft.
Maak van het kleine, het particuliere, het ogenschijnlijke gewone, maak dat zo belangrijk, zo groot, dat het betekenis krijgt. Zo heb ik uiteindelijk het verhaal begrepen. Het heeft me alleen niet overtuigd. Particuliere vraagjes, persoonlijke fascinaties, individuele zoektochten, het kán betekenis hebben, ook voor een ander. Maar dan moet de waarom van een grote bamikegel ook grootst zijn. En die lijkt er niet te zijn.
Ik heb een paar gezondheidsapps. Eentje voor m’n stappen, en eentje voor het bijhouden van calorieën. En zoals dat vaak gaat met die dingen: je begint enthousiast, en na een tijdje gaat de lol er vanaf, en komt het op een laag pitje te staan, of je stopt ermee.
Maar die apps sturen mij elke dag positief motiverende teksten, die grappig genoeg averechts werken, en nu is dat een vast onderdeel van mijn leven geworden. Opbeurende, motiverende en vriendelijke berichtjes die me vertellen dat er een nieuwe dag is, met nieuwe kansen. Of, wanneer ik 5 stappen heb gezet, dat ik ‘lekker bezig’ ben. Of, heb je wel genoeg water gedronken? Gevolgd door een weetje hoe belangrijk water drinken is. Of, wat voor lekkers heb je bij de lunch gehad? Voeg dat toe in de app! (Met de belofte dat mijn leven er beter op wordt).
Na een tijdje wordt zo’n app denk ik ook moe van dat opbeurende positieve gedoe. Tenminste, zou ik wel worden. De berichtjes worden namelijk wat kattiger. In plaats van: ‘Vandaag wordt geweldig, je kan weer je bewegingsdoel halen’, krijg ik: je hebt het wéér niet gehaald. Hetzelfde met de calorieapp: sla je maaltijden over? We horen al een tijdje niets van me. De apps worden een beetje boos op me, en gaan me ter verantwoording roepen.
Dát is het echte genieten.
Nu ben ik dus aan het wachten op het moment dat ik compleet de huid vol word gescholden, en dat het allemaal zinloze tijd is geweest, al die energie die ze in mij hebben gestopt, en waarom reageer ik nooit op de berichtjes? Wil ik dan geen beter en gezonder leven? Zij hebben zo hun best gedaan.
Straks zijn ze zo boos op mij dat ze zichzelf verwijderen van mijn telefoon, en nooit meer iets van zich laten horen. Goh, wat zal dat wennen zijn. Misschien ga ik het dan zelfs missen.