Ambstdrager zijn betekent een oefening in dienstbaar zijn. Dat was ongeveer de strekking van de preek van de dominee.
Ik was een beetje afgedwaald in m’n gedachten tijdens de preek, maar toen ik deze zin hoorde, werd mijn interesse gewekt.
Ik ben het namelijk niet. ‘Dienen’ is niet mijn gave van de geest, dienen is niet mijn liefdestaal. Welke term er op geplakt wordt, ik ben het niet.
Terwijl, ik het er wel heel heel erg mee eens ben. Wij mensen zouden elkaar meer moeten dienen (in de goede zin van het woord). Minder gericht op onszelf, meer gericht op de ander.
Gelukkig kan ik als vrouw in de gku geen ambstdrager worden.