Divers

Wat er is, was er al?

Bijna dagelijks rijd ik langs de relrotonde van Urk. 

Als je aan komt rijden, of langs komt fietsen, dan zie je een ronde plek, duidelijk zwartgeblakerd van het vele vuur dat er gewoed heeft. Je ziet half afgebrande materialen liggen, troosteloos op een hoop. Er groeit geen gras, er wuiven geen gezellige siergrassen, en er valt geen kleur te bekennen. Er steken 4 paaltjes uit de grond, die met gelijke afstand de rotonde een kader geven, en aangeven dat je eromheen kunt. 

Het is een altaar geworden. 

Hier wordt door jongeren iets geofferd. ‘Ik geef opdat u geeft.’ (Wat precies, geen idee trouwens). 

(Hoe toepasselijk ook dat het woord altaar verwant is met het Latijnse woord adolare wat verbranden betekent). 

Deze gedachte over dat de rotonde een altaar is geworden waar door jongeren met de regelmaat van klok iets (op)geofferd wordt; is het een gedachte die ik zelf bedacht heb, of die ik al eens van iemand anders heb gehoord of gelezen? 

Het laat me niet los. En wanneer bedenk je iets zelf? Is een idee ooit helemaal alleen van jou, of echoot er altijd iets van anderen in door? 

‘Wat er is, was er al, en wat er zijn zal, is er al geweest.’ Prediker 3:15

Rode parasollen

Hoe vat je een skitripje van 4 dagen (waarvan 2 reisdagen) samen, dat aanvoelt alsof je 4 weken bent weggeweest? Ik waarschuw alvast, dit wordt een lang verhaal.

Wat ik denk ik het allerleukst vond van alles? Dat er drie (min of meer) willekeurige met elkaar beslissen om een weekend te gaan skiën, en dat je vervolgens elke dag wel 3x in je broek pist van het lachen. Mijn zusje Miranda (bijna dertiger, moeder en getrouwd), diens vriendin Jacolien (25, vrijgezel) en ik (eind dertig, moeder en getrouwd). Later zul je snappen waarom deze info ertoe doet.

Van te voren waren we bij elkaar geweest om alvast de voorpret aan te wakkeren, appgroepje aangemaakt, maar natuurlijk ook even checken wat ieders ritme is op een dag. Ben je een mooiweerskier? (Ik) Of iemand die de eerste lift wil pakken, met met de laatste nog een keer naar boven wil gaan? (Jacolien). Miranda kon alleen maar glunderen omdat ze er even een paar dagen tussenuit zou zijn.

Ode aan Jacolien

Ik kende Jacolien al van crossfit, en als je het gezellig vindt om met twee zussen te gaan skiën, beiden al wat meer gesetteld, dan val je in de categorie relaxed en avontuurlijk. Dan neem je het leven wat meer zoals het op je pad komt, en heb je minder vastomlijnde kaders van hoe het zou moeten. En durf je risico’s te nemen, want het kan maar zo dat de twee zussen ‘‘s avonds met een theetje en een plaidje willen afzakken, en om 22.00u willen slapen.

Gelukkig was Jacolien mee, want anders was er weinig actie geweest. Op dag van aankomst moesten we haast buiten op het parkeerveld ons omkleden, skies eronder binden, passen kopen, en naar de gondels banjeren. Bij de gondel aangekomen bleek onze skipas niet te werken, en Jacolien ging kordaat terug naar het hotel, terwijl Miranda en ik er een beetje verloren bij stonden, en wie bleek er ook nog eens Duits te kunnen? Jacolien (want, jaar in Zwitserland gewerkt).

Het was prachtig weer, en we deden een paar lekkere afdalingen, en ik had het al wel weer gezien. Maar zo makkelijk bleken we er niet vanaf te komen. Aangezien Jacolien ook degene was die het beste de routes kon uitstippelen, konden we volgens haar berekeningen nog best twee liften pakken voordat ze zouden sluiten. Oja, en we moesten ook nog terug met een bus omdat we in een ander dorp uitkwamen. Ik slikte een paar keer, en wist, het gaat zo worden.

Van een kennis van Jacolien hadden we een ‘plan van Jan’ gekregen: alle leuke tentjes en restaurantjes in de buurt van Saalbach/Hinterglemm. Alles met rode parasollen bleek gezellig. Drankje hier, drankje daar. ‘s Avonds met het eten schraapten Miranda en ik onze keel, en heel voorzichtig, ik liet het lafjes een beetje aan Miranda over, brachten we ter sprake dat we toch wel graag naar bed wilden; het was 21.00u. In onze verdediging: we waren ‘‘s nachts om 03.00u vertrokken.

De wekker werd de volgende dag om 07.30u gezet, dat kwam toch een beetje als een schok, want ik dacht dat we niet aan wekkers zouden doen. (Scheelt trouwens dat ik altijd rond 06.30 wakker word). Meteen kleren aantrekken, ontbijten, en rond 09.00 de deur uit, naar de liften. Jacolien en ik, met z’n tweetjes. Waar Miranda gebleven was, dat is weer een ander verhaal.

En wat hebben we een prachtige dag gehad. De zon scheen, het was rustig op de pistes, en de sfeer zat er lekker in. Miranda halverwege de dag getroffen bij een restaurant, en wij weer tot de laatste lift pistes op en af, en zo regelrecht de apres ski bar ingeskied. Ik dacht op z’n minst even te kunnen douchen tussentijds, maar zo werkt apres ski niet heb ik ondertussen geleerd.

Zondag herhaalde zich. We mochten een half uurtje later onze wekker zetten, gelukkig. Het sneeuwde deze dag, maar oké, dat hoort er natuurlijk ook een beetje bij. De bergen weer op, skiën, koffie hier, aperol spritz daar, (of tegelijkertijd), hamburgers, skiën, Jacolien en ik, weer met z’n tweetjes, (waar Miranda gebleven was, is weer een ander verhaal), toch nog een zonnetje, laatste lift natuurlijk, en dalafdaling, zo recht weer de apres ski bar in. En nee, deze keer had ik niet gerekend op een douche. Aangezien we deze dag zoveel gelachen hadden, bleek dit overigens de beste manier om opdringerige mannen op afstand te houden: ‘Ik heb maar 1 broek bij me, en die is nat van de plas.’

Jacolien, iemand die zich niet anders voordoet, iemand die op een doel afgaat, geen méér woorden vuil maakt aan iets dan nodig, die skies en helm kwijtraakt, maar ook weer terugvindt, haar hart openstelt; wat een geluk dat ik meegevraagd ben voor deze trip.

Ode aan Miranda

Lieve positieve Miranda, mijn forever 19 jarige zusje. Aanpakker en doorpakker met een aanstekelijk enthousiasme. Hooguit 8 dagen aan ski-ervaring maar desondanks met een zelfverzekerdheid van de pistes af, (die ik pas na 5 jaar had).

Miep was mijn thuis tijdens dit reisje, degene aan wie ik met een half woord iets over mijn kinderen kon vertellen, of met wie ik tussendoor even snel de dag, situaties en dynamieken kon analyseren en evalueren.

Miranda, die op dag 1 viel, en niet verder kon skiën, en op dag 3 ook viel en niet meer verder kon skiën, en daarmee de bingokaart vol had met verschillende manieren om van de berg af te komen.

Maar die desondanks niet minder heeft genoten. Misschien zelfs wel het meest uit het weekend heeft gehaald, want er is geskied, er was zon, gezelligheid, en sauna, en bíjna zelfs een klein knippien op de middag.

Miranda die me aan het eind van het weekend waarderend en taxerend aankeek, en zei: ‘Oké, het is mooi om te weten dat ik zelf ook nog wel zeker zo’n 10 jaar de tijd heb om leuke dingen te doen, en te weten dat ik dan nog goed in de markt lig.’

Miranda en ik die over 5 jaar naar Noord Friesland rijden om een boerderij met beton gaan bekijken, en daarna gaan knuffelen met 16 alpaca’s waarvan er eentje Miep heet.

Winkelen

Wat een vreugde stroomde er door mijn aderen toen m’n zus appte dat de landelijke AH nu ook op Urk bezorgt. Bijna alle winkelactiviteiten heb ik in de afgelopen jaren verplaatst van fysiek naar online. Alleen was ik gedwongen om nog steeds in levende lijve naar de supermarkt te gaan. Tot een paar weken geleden! Ook de Appie kon ik nu online afhandelen.

Want, man o man, want heb ik een hekel (gekregen) aan dat verplichte nummertje van door een supermarkt gaan. Ik ken een stel dat het liefst samen, eventueel met kinderen nog, op zaterdagochtend (!!) boodschappen doet. Zo’n beetje de hel voor mij.

Ik heb trouwens ook in een fase gezeten waarin ik probeerde de positieve kanten te zien van een wekelijks rondje supermarkt: je ontmoet allerlei mensen, doet sociaal, je voedt je kinderen er op, maakt contact, je bent in de echte wereld, enz. Blogs en columns die ik daarover schreef, waren trouwens slecht. Nu weet ik waarom: het ene schrijven, maar het andere voelen; dat werkt niet.

Maar goed, ik helemaal in m’n nopjes met m’n ah-bezorgbundel, buurtbundel, ah-premium, wat al niet, om m’n boodschappen bezorgd te krijgen.

Totdat ik een artikel in de krant las van een tech-filosoof die het scenario schetste van al die online winkelende mensen. Conclusie: we raken het contact met de werkelijkheid kwijt. (Toegegeven, online kan ik niet in elke avocado even een knijpje geven om te beslissen of ie rijp is of niet. Of, mijn neus langs elke meloen halen om te ruiken of ie zoet is.)

Zucht. Ik wil niet iemand zijn die het contact met de werkelijkheid kwijtraakt. Ik wil ook in de echte wereld leven! Dus ik ging te rade bij vriendin A. Iemand die begeesterd kan vertellen over daadwerkelijke, fysieke winkelervaringen, op zo’n manier dat ik ook dezelfde winkelopwinding voel, en ook in het écht wil gaan winkelen.

Met A in m’n achterhoofd (‘Het is toch heerlijk om even in de auto te stappen, en ergens naartoe te rijden,’) besloot ik om op vrijdagochtend naar de Bristol in Emmeloord te gaan. In plaats van online zaalvoetbalschoenen te kopen, stapte ik de auto in, ‘even op de wielen.’ Bijna had ik m’n plan gestaakt, omdat ik moest oppassen op twee tantezeggertjes, maar ik toonde ruggengraat, en ik reed met een enigszins opgewonden gevoel naar Emmeloord.

Ik kon zelfs een parkeerplekje voor de deur vinden, stapte de auto uit, en, winkel DICHT.

Persoonlijk vs privé

Aan wat er in me opkomt om over te schrijven, kan ik afleiden hoe ik me voel, ‘hoe ik in m’n vel’ zit.

Soms is het alleen maar irritatie, ergernis en frustratie wat in me opkomt om over te schrijven. En dan denk ik, is dat alles wat ik te bieden heb? Soms wel. Is dat erg dan? Neh, weet ik niet. Onderhoudend om te lezen is het denk ik niet. Moet het dan alleen maar halleluja zijn? Hoeft niet. Maar jezelf ontstijgen is denk ik wel goed. Maar m’n dagelijkse leven zijn vooral repeterende handelingen. Hoe verhef ik dan mezelf. Zoek dan eens wat anders. Daag jezelf uit. Ja, maar daar heb ik niet elke dag zin in. Ik ben ook gewoon moe. Wat wil je dan? Je voorbereiden op de eeuwige slaap? Kom op zeg.

En zo las ik een mooi verschil tussen privé en persoonlijk als het om delen gaat. Persoonlijk is goed, zolang het maar functioneel is. Anders is het privé.

Is dit dan functioneel? Nee, denk het niet. Maar het opschrijven was leuk. Niet alles hoeft altijd functioneel te zijn. Weg met de functie trouwens. Doe iets, omdat je er plezier aan beleeft.

Tip voor een opgeruimd huis

Tijdje terug hoorde ik twee vrouwen in een podcast praten over dat voor vrouwen een opgeruimd huis het perfecte voorspel was.

Toen Geert avances maakte, zei ik dit gekscherend tegen hem.

Sindsdien is het huis nog nooit zo opgeruimd geweest.

Eindejaarsdingen

Bij uitstek is deze tijd van het jaar geschikt om terug te kijken op het afgelopen jaar. Trouwdatum en verjaardagen: allemaal momenten waarop je realiseert dat er weer een jaar voorbij is.

Al wandelend met de hond liep ik te mijmeren over wat het afgelopen jaar me gebracht had, en ook wat ik er zelf van gemaakt had.

Ik bedacht me dat ik dit jaar werk gemaakt heb van goede gezonde routines. Hoe ik m’n eetpatroon heb aangepast; wandelen, pilates en crossfit in m’n week; minder bestellen, meer sparen. Ook dacht ik na over op welke vlakken ik me ontwikkeld had; de nieuwe dingen die ik heb geprobeerd.

En gaandeweg, al wandelend, dacht ik, get, het is allemaal ‘ik ik ik. Wat heb ik gedaan, hoe heb ik me ontwikkeld, wat heb ik ervaren.

Misschien is dat ergens ook niet gek, je reflecteert natuurlijk over je eigen doen en laten. Maar toch.

Wat heb ik eigenlijk voor een ander gedaan? Hoe ben ik de mensen om mij heen tot dienst geweest? Wie heb ik geholpen? Ben ik voor anderen iemand die betrouwbaar is?

Deze vragen kwamen in mij op toen ik vooral aan het bedenken was hoe ik dit jaar heb ervaren. En zijn die vragen eigenlijk niet relevanter, en betekenisvoller?

Minder ik, meer betekenis voor de mensen om mij heen. Benieuwd wat 2025 brengt.

Wat nou als het lukt?

Van de week moest ik op een box springen. Op de hoogste stand. Zo’n houten ding, die je in sportscholen vindt. De laagste stand is makkelijk op te springen, bij de middelste stand moet ik wel even aanzetten, maar springt evengoed nog wel comfortabel. Maar bij de hoogste stand moet ik echt even een mentale drempel over.

Bij elke sprong die ik nam, moest ik als het ware eerst over m’n gedachten springen. Wat als het nu niet lukt? Wat als ik val, wat als ik m’n knieën bezeer?

En elke keer sprong ik gewoon op die box. Zonder te vallen, zonder m’n knieën te bezeren. Wat nou als het wel lukt? Het maakt echt verschil wat je in je hoofd tegen jezelf zegt.

Geen nieuw inzicht, maar daarom nog niet minder waar.

Wat is de mens?

Vandaag zat ik bij een brainstormsessie over het zoveelste subsidie-initiatief voor het onderwijs dat er voor moet zorgen dat het vanaf nu écht beter en anders wordt.

Er werd een interventiekompas gepresenteerd, waar wij onze neus over mochten snuiten.

In de brainstorm trok ik samen op met iemand die ik geloof ik gekwetst heb, omdat ik hem een witte boomer noemde. (In mijn verdediging: we behandelden het thema Imago en Beeldvorming (binnen techniek en technologie) en hij dwaalde zo verschrikkelijk af van het onderwerp dat ik het gevoel kreeg dat ik het even persoonlijk en dichtbij moest maken).

In ieder geval, we worstelden ons dapper door de thema’s van het interventiekompas, en we bleken best veel overeenkomsten in ons denken te hebben. Op de brainstorm A-3 flappen schreven we niet veel.

Wie is de mens voor jou?

Daar kwamen we telkens op terug. Wederom, geen antwoorden te vinden hier.

Pleetje

Soms wil je zo graag iets ventileren, maar weet je ook dat het beter is om het niet te doen.

Zo las ik het volgende op Klasbord, de schoolapp van de basisschool:

En o zo graag had ik eronder willen zetten: bedoel je nu dat ik een klein wc’tje moet meegeven, of bedoel je een plaidje?

Ik hoopte dat die ene opmerking die eronder geplaatst was, ging over ‘pleetje’, maar helaas, dat was niet zo.

Dus in plaats van een opmerking onder het bericht, schrijf ik het hier maar neer. Nu is het uit mijn systeem, maar heb ik voorkomen om de taalpurist uit te hangen.

Navigate